Ons goede voornemen: ethische inning van onbetaalde facturen!

 

Eén van de eerste nieuwsitems van 2023 is het goede voornemen van minister Vincent Van Quickenborne om een prioriteit te maken van de strijd tegen de zogenaamde schuldindustrie. Hij doelt daarbij op het verduidelijken van de kostenstructuur van deurwaarders, alsook het verminderen van hun tarieven bij tussenkomst, en het beschermen van mensen die reeds in schuldbemiddeling zitten. “Het is de bedoeling om een onderscheid te maken tussen mensen die niet willen betalen, en mensen die niet kunnen betalen”. Kortom, een ethische inning van onbetaalde facturen. Een mooi voornemen, hoewel het nog ambitieuzer kan!

 

 

Wat kan Justitie verbeteren ter bevordering van een ethische minnelijke inning?

 

We bundelen onze ervaring en bedenkingen voornamelijk samen met de vaststellingen van het recente rapport (Armoede en Justitie, 2022) van de FOD Justitie in samenwerking met POD Maatschappelijke Integratie, en die van Test-Aankoop zoals reeds omschreven in een eerder artikel op onze website.

 

Eenzelfde controleorgaan

 

Er is nog geen ‘onafhankelijk’ controleorgaan voor de gerechtsdeurwaarders. Wij wachten al enkele jaren vol ongeduld af op het verruimen van de bevoegdheid van de FOD Economie als controleorgaan voor alle actoren die aan minnelijke incasso doen. Tot op heden kan de FOD Economie enkel incassobureaus opvolgen, advocaten en deurwaarders die dezelfde invorderingsactiviteiten uitoefenen vallen (moedwillig) uit de boot.

 

  • Het bovenvernoemde rapport omschrijft hieromtrent het volgende: “[…] Bovendien lijkt de tuchtprocedure [v.d.r. het eigen ‘controleorgaan’ van de deurwaarders], en vooral het lot en de uitkomst van de bij de bevoegde instanties ingediende klachten, hoewel zij het voorwerp is geweest van een ingrijpende hervorming, verre van overtuigend wat de doeltreffendheid en de doelmatigheid ervan betreft. Integendeel, zij blijven de indruk voelen dat het beroep ‘onstrafbaar’ of zelfs onaantastbaar is.”[1] Ze beklemtoont evenzeer het belang van het uitbreiden van de controle van de FOD Economie tot gerechtsdeurwaarders en advocaten in het kader van minnelijke invordering[2]

 

Nochtans is er wel nood aan zo een onafhankelijk controleorgaan. Er wordt door Justitie, de politiek, de media,… doorgaans enkel met de gerechtsdeurwaarders in dialoog gegaan. De incassosector krijgt vaak geen gehoor, maar wordt wel in één adem met de gerechtsdeurwaarders genoemd wanneer er zich problemen voordoen. Test-Aankoop publiceerde in 2015 echter de vaststelling dat – sinds de Wet Minnelijke Invordering van 2002 – de problemen met incassobureaus zijn verminderd, maar dat de problemen met gerechtsdeurwaarders die minnelijk invorderen net toenemen.

 

  • Die problemen hebben vaak te maken met de exuberante kosten die door gerechtsdeurwaarders worden aangerekend bij het minnelijk innen van onbetaalde facturen. Kosten die vaak zelfs volledig in strijd zijn met de Wet Minnelijke Invordering.
  • “Een van de voornaamste problemen betreft de toepassing van artikel 5 van de wet, dat de kosten en vergoedingen regelt die aan de consument kunnen worden aangerekend in geval van invordering. Het beginsel is dat het niet aan de consument is om de incassant te betalen op wie de schuldeiser een beroep heeft gedaan om zijn of haar schuld te innen. Daarom mogen van de consument alleen de bedragen worden gevorderd die zijn overeengekomen in de overeenkomst waaruit de schuld voortvloeit. Elke andere retributie of vergoeding is uitgesloten. Die overeengekomen bedragen dienen dus uitsluitend ter dekking van het bedrag van de schuld, de herinneringskosten, de kosten voor ingebrekestellingen door de schuldeiser, de nalatigheidsintresten, het boetebeding zoals bepaald in de overeenkomst tussen de onderneming en de consument.
  • Bij de inwerkingtreding van de wet hebben sommige gerechtsdeurwaarders, profiterend van het gebrek aan duidelijkheid over het toepassingsgebied ervan, niet geaarzeld om de consument, zonder rechtvaardiging, een reeks kosten aan te rekenen die rechtstreeks verband hielden met hun tussenkomst: dagvaardingskosten, kosten van aanbetaling, invorderingskosten, dossierkosten, enz.”[3]

 

Afbakening taken gerechtsdeurwaarders

 

Daarnaast is er meer durf nodig bij Justitie om de taken van gerechtsdeurwaarder af te bakenen, en hun scala aan activiteiten in vraag te stellen.

Het is voor debiteuren moeilijk om onderscheid te maken tussen de gerechtsdeurwaarder in zijn hoedanigheid als ministerieel ambtenaar, en de gerechtsdeurwaarder in zijn rol van minnelijke invorderaar. Om diezelfde reden stelde ook Test-Aankoop terecht reeds de vraag of de deurwaarder deze twee rollen wel kàn cumuleren.

 

  • Het eerder vernoemde rapport verwoordt deze problematiek als volgt: “Kortom, een persoon met een mandaatfunctie, bekleed met openbaar gezag, oefent nu eens openbare functies, dan weer privéfuncties uit, en dat op een onafhankelijke en onpartijdige wijze zowel ten aanzien van de partijen als van de Staat. De statutaire ambivalentie van de gerechtsdeurwaarder is verrassend. Deze ambivalentie krijgt een extra dimensie in de context van de invordering van schulden. Het betreft hier immers een dienstverlening die zowel privé verleend wordt (via de minnelijke fase) als openbaar (via de gerechtelijke fase), beiden gecumuleerd in de functie van gerechtsdeurwaarder”.[4]
  • […]“Als gevolg daarvan geven schuldenaars gemakkelijker toe aan de druk of maken zij geen gebruik van de mogelijke middelen die hun ter beschikking staan”.[5]
  • […] “Aangezien de gerechtsdeurwaarder op financieel vlak afhankelijk is van de oplossing van het geschil, bestaat uiteraard een aanzienlijk risico dat hij elke onpartijdigheid verliest, waardoor de regels van eerlijkheid, evenredigheid en onafhankelijkheid worden doorbroken. Met die vaststellingen kan niet worden ontkend dat het beroep van gerechtsdeurwaarder zich op een belangrijk keerpunt in de geschiedenis bevindt.[6]

 

Het is voor debiteuren moeilijk om onderscheid te maken tussen de gerechtsdeurwaarder in zijn hoedanigheid als ministerieel ambtenaar, en de gerechtsdeurwaarder in zijn rol van minnelijke invorderaar

 

Naast het verwarrende ambivalente karakter van het beroep van gerechtsdeurwaarder, alsook de extra kosten die zij aanrekenen, is er ook de vraag of er wel nood is aan gerechtsdeurwaarders als minnelijke invorderaar? Het was de wens van deurwaarders om hun taken uit te breiden naar de minnelijke invordering alsook naar schuldbemiddeling.

 

  • Om de concurrentie met incassobureaus aan te gaan, wordt de wetgeving die onze sector reguleert overtreden. Enkel contractuele/wettelijke kosten en interesten mogen gevraagd worden. Schuldenaars die het reeds moeilijk hebben, worden door gerechtsdeurwaarders echter ook belast met diens kosten alsook met de kosten die eigenlijk aan de schuldeiser zijn om te dragen.
  • De huidige structuren inzake schuldbemiddeling bewijzen reeds hun nut, en zijn bovenal gratis voor schuldenaars. Deurwaardersinitiatieven inzake schuldbemiddeling als MyTrustO en Modero One bieden volgens het rapport geen meerwaarde, en brengen daarnaast valkuilen met zich mee. Deze initiatieven zijn ook voornamelijk gericht op schuldenaars met reële aflossingsmogelijkheden. MyTrustO is niet gratis, deze dienst brengt kosten voor de schuldenaar met zich mee, namelijk 150  EUR voor de opening van het dossier en de opstelling van het financieel document, plus een maandelijkse beheerkost van min of meer 50 EUR. Het bedrag varieert naargelang van de omvang van het dossier.”[7] Modero One, een communicatieplatform en samenwerking tussen gerechtsdeurwaarderskantoor Modero en het OCMW van Antwerpen, wil de uitwisseling van persoonsgegevens tussen beide organisaties vergemakkelijken, maar dat brengt heel wat risico’s met zich mee en roept dus evenzeer vragen op. “De vraag rijst wat de toegevoegde waarde en het belang van deze projecten is, wetende dat wij via de procedures van schuldbemiddeling en collectieve schuldenregeling beschikken over een arsenaal dat, ondanks enkele valkuilen, al vele jaren zijn nut heeft bewezen. Zou het niet passender en relevanter zijn om de middelen van deze twee procedures te verbeteren en te versterken in plaats van nog een procedure in te stellen met het risico dat het aantal rechtsmiddelen waarmee in feite dezelfde doelstellingen worden nagestreefd, wordt vermenigvuldigd en dat de schuldenaar de oplossingen die hem ter beschikking staan, niet meer kan vinden?”[8]

 

Is het dus niet vooral de economische nood van de deurwaarder zelf, en niet de maatschappelijke nood, die via zijn tussenkomst wordt bevredigd?

 

  • “De inning van schuldvorderingen (in het bijzonder de minnelijke) is de overheersende en zelfs essentiële activiteit geworden die de gerechtsdeurwaarder in staat stelt om zijn ambt uit te oefenen en, bijgevolg, de levensvatbaarheid en de economische duurzaamheid van zijn ambt te verzekeren. De beroepsgroep, die geconfronteerd wordt met een verscherpte concurrentie, erkent de excessen en perverse effecten ervan. Die situatie plaatst de gerechtsdeurwaarder immers in een economische afhankelijkheid die zijn onpartijdigheid, zijn integriteit en zijn algemene informatieplicht kan ondermijnen.
  • Zo nemen sommigen hun toevlucht tot overeenkomsten van het type ‘no cure, no pay’, die de gehele invorderingsprocedure (minnelijk en gerechtelijk) bestrijken, ook al zijn zij in strijd met de bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek en worden zij afgekeurd door de Nationale Kamer van Gerechtsdeurwaarders. Door die praktijk stelt de gerechtsdeurwaarder een vast tarief per dossier voor. In geval van insolvabiliteit van de schuldenaar betaalt de schuldeiser alleen het forfaitaire bedrag. In geval van solvabiliteit recupereert de gerechtsdeurwaarder rechtstreeks op de schuldenaar de kosten van zijn tussenkomst die hij op arbitraire wijze waardeert (frequentie van de handelingen, gevorderde bedragen, pogingen tot uitvoering …).”[9]

 

Hoe innen wij op een ethische manier onbetaalde facturen?

 

Een ethische manier van invorderen, dat mag geen lege slagzin zijn! Uiteraard is onze bestaansreden van economische inslag. Maar gezien de menselijke impact die onze acties met zich meebrengen, is het ontzettend belangrijk de waardigheid van elke persoon te waarborgen. Het Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting, verwoordt armoede als volgt: “armoede ondermijnt de waardigheid en gelijke en onvervreemdbare rechten van alle mensen”.

Net als minister van Van Quickenborne maken wij het onderscheid tussen niet kunnen en niet willen betalen. Wat kunnen we voor beide groepen, alsook de schuldeisers, betekenen? Waar zorgen wij voor het grote verschil met de werking van deurwaarders? Volgende eigenschappen onderlijnen onze manier van minnelijk invorderen van onbetaalde facturen.

 

Kosteloze minnelijke opvolging

 

Wij rekenen, in tegenstelling tot deurwaardersinitiatieven als MyTrustO, geen openingskosten, opvolgingskosten, administratieve kosten,… aan voor de minnelijke opvolging van dossiers (o.a. betalingsplannen).

Wij belasten de meest kwetsbare groep dus niet met extra kosten, en dat lijken de politiekers alsook de overheid nog steeds niet te begrijpen. Politiekers debatteren graag vurig over onderwerpen als armoede en incasso, maar we missen hierbij de nodige kennis en onderbouwing die nodig is om een constructief dialoog te voeren over onze sector. Voorbeelden die gretig worden aangehaald over oplopende en torenhoge kosten, zijn geplukt uit de acties die door deurwaarders worden gevoerd en hebben niets met onze werking  te maken. Meer info hieromtrent kan u in dit artikel lezen.

“Wij belasten de meest kwetsbare groep dus niet met extra kosten”

 

Professionele werking

 

Wij bieden een luisterend oor aan, zowel naar debiteur als crediteur toe. We proberen met duidelijke en concrete taal tot een compromis te komen.

Onze medewerkers zijn juridisch onderbouwd, en hebben dus voldoende kennis in handen om conflicten inzake betaling tot de essentie te herleiden en te ontmijnen. Zo komen we tot de meest opportune oplossing voor beide partijen.

 

Punctuele opvolging van wetgeving

 

Wij volgen alle wetgeving conform onze sector punctueel op. Wij voegen bijvoorbeeld geen ‘incassokosten’ toe, zoals men ons vaak verwijt wanneer men ons verwart met deurwaarderskantoren. Wij vorderen enkel de wettelijke en/of contractuele kosten en interesten in. We rekenen geen kosten door aan debiteuren die aan de schuldeiser zijn om te betalen.

Daarnaast werken we volledig GDPR conform, de privacy van debiteur en crediteur wordt volledig gewaarborgd dankzij ons beveiligd online platform. Ook worden geregeld penetratietesten uitgevoerd om de performantie van de beveiliging te testen.

 

Inzetten op een minnelijke oplossing

 

Onze core business bestaat er in om een minnelijke oplossing, ver weg van gerechtelijke procedures en rechtbanken, te bekomen. Daar doen wij alles aan.

Veel debiteuren stellen zich de vraag waarom ze met ons zouden samenwerking, we zouden geen wettelijke jurisdictie hebben. Dat klopt, wij kunnen debiteuren niet gerechtelijk dwingen te betalen. Maar daar ligt ook net onze kracht, wij zijn vaak de laatste minnelijke kans om juridische kosten te vermijden. Grijp ze dus!  

 

Vermijden onnodige kosten

 

We proberen zo kosteneffectief mogelijk te werk te gaan, en vermijden dus onnodige kosten naar debiteur (schuldenaar) en crediteur (schuldeiser) toe.

De minnelijke interne acties zijn volledig gratis, elke kost die overwogen wordt (minnelijk bezoek, IOS-procedure, standaard juridische procedure) wordt duidelijk gecommuniceerd. Wij proberen voornamelijk weg te blijven van kostelijke en langdradige procedures.

 

Transparante werking

 

Wij werken zo transparant mogelijk voor beide partijen. Debiteuren kunnen te allen tijde contact met ons opnemen via mail/telefoon met hun vragen. Wij proberen hen steeds zo correct mogelijk te woord te staan of door te verwijzen naar andere instanties indien nodig.

Crediteuren hebben 24/7 toegang tot ons platform en kunnen de gemaakte acties opvolgen, documenten raadplegen,… . We adviseren hen ook zeer open over de slaagkansen van een minnelijke al dan niet juridische procedure.

 

 

 

Voor meer info over onze hulp bij het innen van onbetaalde facturen, aarzel niet om contact met ons op te nemen via s.dereze@tcm.be of 0498292914.

 

 

 

 

[1] Armoede en justitie in België (2022), p. 271

[2] Armoede en justitie in België (2022), p. 315

[3] Armoede en justitie in België (2022), p. 293

[4] Armoede en justitie in België (2022), p. 274

[5] Armoede en justitie in België (2022), p. 297

[6] Armoede en justitie in België (2022), p. 278

[7] Armoede en justitie in België (2022), p. 307

[8] Armoede en justitie in België (2022), p. 310

[9] Armoede en justitie in België (2022), p. 278

 

 

 

 

 

 

6/01/2022

 

Ons goede voornemen: ethische inning van onbetaalde facturen!

 

Eén van de eerste nieuwsitems van 2023 is het goede voornemen van minister Vincent Van Quickenborne om een prioriteit te maken van de strijd tegen de zogenaamde schuldindustrie. Hij doelt daarbij op het verduidelijken van de kostenstructuur van deurwaarders, alsook het verminderen van hun tarieven bij tussenkomst, en het beschermen van mensen die reeds in schuldbemiddeling zitten. “Het is de bedoeling om een onderscheid te maken tussen mensen die niet willen betalen, en mensen die niet kunnen betalen”. Kortom, een ethische inning van onbetaalde facturen. Een mooi voornemen, hoewel het nog ambitieuzer kan!

 

 

Wat kan Justitie verbeteren ter bevordering van een ethische minnelijke inning?

 

We bundelen onze ervaring en bedenkingen voornamelijk samen met de vaststellingen van het recente rapport (Armoede en Justitie, 2022) van de FOD Justitie in samenwerking met POD Maatschappelijke Integratie, en die van Test-Aankoop zoals reeds omschreven in een eerder artikel op onze website.

 

Eenzelfde controleorgaan

 

Er is nog geen ‘onafhankelijk’ controleorgaan voor de gerechtsdeurwaarders. Wij wachten al enkele jaren vol ongeduld af op het verruimen van de bevoegdheid van de FOD Economie als controleorgaan voor alle actoren die aan minnelijke incasso doen. Tot op heden kan de FOD Economie enkel incassobureaus opvolgen, advocaten en deurwaarders die dezelfde invorderingsactiviteiten uitoefenen vallen (moedwillig) uit de boot.

 

  • Het bovenvernoemde rapport omschrijft hieromtrent het volgende: “[…] Bovendien lijkt de tuchtprocedure [v.d.r. het eigen ‘controleorgaan’ van de deurwaarders], en vooral het lot en de uitkomst van de bij de bevoegde instanties ingediende klachten, hoewel zij het voorwerp is geweest van een ingrijpende hervorming, verre van overtuigend wat de doeltreffendheid en de doelmatigheid ervan betreft. Integendeel, zij blijven de indruk voelen dat het beroep ‘onstrafbaar’ of zelfs onaantastbaar is.”[1] Ze beklemtoont evenzeer het belang van het uitbreiden van de controle van de FOD Economie tot gerechtsdeurwaarders en advocaten in het kader van minnelijke invordering[2]

 

Nochtans is er wel nood aan zo een onafhankelijk controleorgaan. Er wordt door Justitie, de politiek, de media,… doorgaans enkel met de gerechtsdeurwaarders in dialoog gegaan. De incassosector krijgt vaak geen gehoor, maar wordt wel in één adem met de gerechtsdeurwaarders genoemd wanneer er zich problemen voordoen. Test-Aankoop publiceerde in 2015 echter de vaststelling dat – sinds de Wet Minnelijke Invordering van 2002 – de problemen met incassobureaus zijn verminderd, maar dat de problemen met gerechtsdeurwaarders die minnelijk invorderen net toenemen.

 

  • Die problemen hebben vaak te maken met de exuberante kosten die door gerechtsdeurwaarders worden aangerekend bij het minnelijk innen van onbetaalde facturen. Kosten die vaak zelfs volledig in strijd zijn met de Wet Minnelijke Invordering.
  • “Een van de voornaamste problemen betreft de toepassing van artikel 5 van de wet, dat de kosten en vergoedingen regelt die aan de consument kunnen worden aangerekend in geval van invordering. Het beginsel is dat het niet aan de consument is om de incassant te betalen op wie de schuldeiser een beroep heeft gedaan om zijn of haar schuld te innen. Daarom mogen van de consument alleen de bedragen worden gevorderd die zijn overeengekomen in de overeenkomst waaruit de schuld voortvloeit. Elke andere retributie of vergoeding is uitgesloten. Die overeengekomen bedragen dienen dus uitsluitend ter dekking van het bedrag van de schuld, de herinneringskosten, de kosten voor ingebrekestellingen door de schuldeiser, de nalatigheidsintresten, het boetebeding zoals bepaald in de overeenkomst tussen de onderneming en de consument.
  • Bij de inwerkingtreding van de wet hebben sommige gerechtsdeurwaarders, profiterend van het gebrek aan duidelijkheid over het toepassingsgebied ervan, niet geaarzeld om de consument, zonder rechtvaardiging, een reeks kosten aan te rekenen die rechtstreeks verband hielden met hun tussenkomst: dagvaardingskosten, kosten van aanbetaling, invorderingskosten, dossierkosten, enz.”[3]

 

Afbakening taken gerechtsdeurwaarders

 

Daarnaast is er meer durf nodig bij Justitie om de taken van gerechtsdeurwaarder af te bakenen, en hun scala aan activiteiten in vraag te stellen.

Het is voor debiteuren moeilijk om onderscheid te maken tussen de gerechtsdeurwaarder in zijn hoedanigheid als ministerieel ambtenaar, en de gerechtsdeurwaarder in zijn rol van minnelijke invorderaar. Om diezelfde reden stelde ook Test-Aankoop terecht reeds de vraag of de deurwaarder deze twee rollen wel kàn cumuleren.

 

  • Het eerder vernoemde rapport verwoordt deze problematiek als volgt: “Kortom, een persoon met een mandaatfunctie, bekleed met openbaar gezag, oefent nu eens openbare functies, dan weer privéfuncties uit, en dat op een onafhankelijke en onpartijdige wijze zowel ten aanzien van de partijen als van de Staat. De statutaire ambivalentie van de gerechtsdeurwaarder is verrassend. Deze ambivalentie krijgt een extra dimensie in de context van de invordering van schulden. Het betreft hier immers een dienstverlening die zowel privé verleend wordt (via de minnelijke fase) als openbaar (via de gerechtelijke fase), beiden gecumuleerd in de functie van gerechtsdeurwaarder”.[4]
  • […]“Als gevolg daarvan geven schuldenaars gemakkelijker toe aan de druk of maken zij geen gebruik van de mogelijke middelen die hun ter beschikking staan”.[5]
  • […] “Aangezien de gerechtsdeurwaarder op financieel vlak afhankelijk is van de oplossing van het geschil, bestaat uiteraard een aanzienlijk risico dat hij elke onpartijdigheid verliest, waardoor de regels van eerlijkheid, evenredigheid en onafhankelijkheid worden doorbroken. Met die vaststellingen kan niet worden ontkend dat het beroep van gerechtsdeurwaarder zich op een belangrijk keerpunt in de geschiedenis bevindt.[6]

 

Het is voor debiteuren moeilijk om onderscheid te maken tussen de gerechtsdeurwaarder in zijn hoedanigheid als ministerieel ambtenaar, en de gerechtsdeurwaarder in zijn rol van minnelijke invorderaar

 

Naast het verwarrende ambivalente karakter van het beroep van gerechtsdeurwaarder, alsook de extra kosten die zij aanrekenen, is er ook de vraag of er wel nood is aan gerechtsdeurwaarders als minnelijke invorderaar? Het was de wens van deurwaarders om hun taken uit te breiden naar de minnelijke invordering alsook naar schuldbemiddeling.

 

  • Om de concurrentie met incassobureaus aan te gaan, wordt de wetgeving die onze sector reguleert overtreden. Enkel contractuele/wettelijke kosten en interesten mogen gevraagd worden. Schuldenaars die het reeds moeilijk hebben, worden door gerechtsdeurwaarders echter ook belast met diens kosten alsook met de kosten die eigenlijk aan de schuldeiser zijn om te dragen.
  • De huidige structuren inzake schuldbemiddeling bewijzen reeds hun nut, en zijn bovenal gratis voor schuldenaars. Deurwaardersinitiatieven inzake schuldbemiddeling als MyTrustO en Modero One bieden volgens het rapport geen meerwaarde, en brengen daarnaast valkuilen met zich mee. Deze initiatieven zijn ook voornamelijk gericht op schuldenaars met reële aflossingsmogelijkheden. MyTrustO is niet gratis, deze dienst brengt kosten voor de schuldenaar met zich mee, namelijk 150  EUR voor de opening van het dossier en de opstelling van het financieel document, plus een maandelijkse beheerkost van min of meer 50 EUR. Het bedrag varieert naargelang van de omvang van het dossier.”[7] Modero One, een communicatieplatform en samenwerking tussen gerechtsdeurwaarderskantoor Modero en het OCMW van Antwerpen, wil de uitwisseling van persoonsgegevens tussen beide organisaties vergemakkelijken, maar dat brengt heel wat risico’s met zich mee en roept dus evenzeer vragen op. “De vraag rijst wat de toegevoegde waarde en het belang van deze projecten is, wetende dat wij via de procedures van schuldbemiddeling en collectieve schuldenregeling beschikken over een arsenaal dat, ondanks enkele valkuilen, al vele jaren zijn nut heeft bewezen. Zou het niet passender en relevanter zijn om de middelen van deze twee procedures te verbeteren en te versterken in plaats van nog een procedure in te stellen met het risico dat het aantal rechtsmiddelen waarmee in feite dezelfde doelstellingen worden nagestreefd, wordt vermenigvuldigd en dat de schuldenaar de oplossingen die hem ter beschikking staan, niet meer kan vinden?”[8]

 

Is het dus niet vooral de economische nood van de deurwaarder zelf, en niet de maatschappelijke nood, die via zijn tussenkomst wordt bevredigd?

 

  • “De inning van schuldvorderingen (in het bijzonder de minnelijke) is de overheersende en zelfs essentiële activiteit geworden die de gerechtsdeurwaarder in staat stelt om zijn ambt uit te oefenen en, bijgevolg, de levensvatbaarheid en de economische duurzaamheid van zijn ambt te verzekeren. De beroepsgroep, die geconfronteerd wordt met een verscherpte concurrentie, erkent de excessen en perverse effecten ervan. Die situatie plaatst de gerechtsdeurwaarder immers in een economische afhankelijkheid die zijn onpartijdigheid, zijn integriteit en zijn algemene informatieplicht kan ondermijnen.
  • Zo nemen sommigen hun toevlucht tot overeenkomsten van het type ‘no cure, no pay’, die de gehele invorderingsprocedure (minnelijk en gerechtelijk) bestrijken, ook al zijn zij in strijd met de bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek en worden zij afgekeurd door de Nationale Kamer van Gerechtsdeurwaarders. Door die praktijk stelt de gerechtsdeurwaarder een vast tarief per dossier voor. In geval van insolvabiliteit van de schuldenaar betaalt de schuldeiser alleen het forfaitaire bedrag. In geval van solvabiliteit recupereert de gerechtsdeurwaarder rechtstreeks op de schuldenaar de kosten van zijn tussenkomst die hij op arbitraire wijze waardeert (frequentie van de handelingen, gevorderde bedragen, pogingen tot uitvoering …).”[1]

 

Hoe innen wij op een ethische manier onbetaalde facturen?

 

Een ethische manier van invorderen, dat mag geen lege slagzin zijn! Uiteraard is onze bestaansreden van economische inslag. Maar gezien de menselijke impact die onze acties met zich meebrengen, is het ontzettend belangrijk de waardigheid van elke persoon te waarborgen. Het Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting, verwoordt armoede als volgt: “armoede ondermijnt de waardigheid en gelijke en onvervreemdbare rechten van alle mensen”.

Net als minister van Van Quickenborne maken wij het onderscheid tussen niet kunnen en niet willen betalen. Wat kunnen we voor beide groepen, alsook de schuldeisers, betekenen? Waar zorgen wij voor het grote verschil met de werking van deurwaarders? Volgende eigenschappen onderlijnen onze manier van minnelijk invorderen van onbetaalde facturen.

 

Kosteloze minnelijke opvolging

 

Wij rekenen, in tegenstelling tot deurwaardersinitiatieven als MyTrustO, geen openingskosten, opvolgingskosten, administratieve kosten,… aan voor de minnelijke opvolging van dossiers (o.a. betalingsplannen).

Wij belasten de meest kwetsbare groep dus niet met extra kosten, en dat lijken de politiekers alsook de overheid nog steeds niet te begrijpen. Politiekers debatteren graag vurig over onderwerpen als armoede en incasso, maar we missen hierbij de nodige kennis en onderbouwing die nodig is om een constructief dialoog te voeren over onze sector. Voorbeelden die gretig worden aangehaald over oplopende en torenhoge kosten, zijn geplukt uit de acties die door deurwaarders worden gevoerd en hebben niets met onze werking  te maken. Meer info hieromtrent kan u in dit artikel lezen.

“Wij belasten de meest kwetsbare groep dus niet met extra kosten”

 

Professionele werking

 

Wij bieden een luisterend oor aan, zowel naar debiteur als crediteur toe. We proberen met duidelijke en concrete taal tot een compromis te komen.

Onze medewerkers zijn juridisch onderbouwd, en hebben dus voldoende kennis in handen om conflicten inzake betaling tot de essentie te herleiden en te ontmijnen. Zo komen we tot de meest opportune oplossing voor beide partijen.

 

Punctuele opvolging van wetgeving

 

Wij volgen alle wetgeving conform onze sector punctueel op. Wij voegen bijvoorbeeld geen ‘incassokosten’ toe, zoals men ons vaak verwijt wanneer men ons verwart met deurwaarderskantoren. Wij vorderen enkel de wettelijke en/of contractuele kosten en interesten in. We rekenen geen kosten door aan debiteuren die aan de schuldeiser zijn om te betalen.

Daarnaast werken we volledig GDPR conform, de privacy van debiteur en crediteur wordt volledig gewaarborgd dankzij ons beveiligd online platform. Ook worden geregeld penetratietesten uitgevoerd om de performantie van de beveiliging te testen.

 

Inzetten op een minnelijke oplossing

 

Onze core business bestaat er in om een minnelijke oplossing, ver weg van gerechtelijke procedures en rechtbanken, te bekomen. Daar doen wij alles aan.

Veel debiteuren stellen zich de vraag waarom ze met ons zouden samenwerking, we zouden geen wettelijke jurisdictie hebben. Dat klopt, wij kunnen debiteuren niet gerechtelijk dwingen te betalen. Maar daar ligt ook net onze kracht, wij zijn vaak de laatste minnelijke kans om juridische kosten te vermijden. Grijp ze dus!  

 

Vermijden onnodige kosten

 

We proberen zo kosteneffectief mogelijk te werk te gaan, en vermijden dus onnodige kosten naar debiteur (schuldenaar) en crediteur (schuldeiser) toe.

De minnelijke interne acties zijn volledig gratis, elke kost die overwogen wordt (minnelijk bezoek, IOS-procedure, standaard juridische procedure) wordt duidelijk gecommuniceerd. Wij proberen voornamelijk weg te blijven van kostelijke en langdradige procedures.

 

Transparante werking

 

Wij werken zo transparant mogelijk voor beide partijen. Debiteuren kunnen te allen tijde contact met ons opnemen via mail/telefoon met hun vragen. Wij proberen hen steeds zo correct mogelijk te woord te staan of door te verwijzen naar andere instanties indien nodig.

Crediteuren hebben 24/7 toegang tot ons platform en kunnen de gemaakte acties opvolgen, documenten raadplegen,… . We adviseren hen ook zeer open over de slaagkansen van een minnelijke al dan niet juridische procedure.

 

 

 

Voor meer info over onze hulp bij het innen van onbetaalde facturen, aarzel niet om contact met ons op te nemen via s.dereze@tcm.be of 0498292914.

 

 

 

 

[1] Armoede en justitie in België (2022), p. 271

[2] Armoede en justitie in België (2022), p. 315

[3] Armoede en justitie in België (2022), p. 293

[4] Armoede en justitie in België (2022), p. 274

[5] Armoede en justitie in België (2022), p. 297

[6] Armoede en justitie in België (2022), p. 278

[7] Armoede en justitie in België (2022), p. 307

[8] Armoede en justitie in België (2022), p. 310

[9] Armoede en justitie in België (2022), p. 278

 

 

 

 

 

 

6/01/2022

 

Wacht geen moment langer, krijg uw geld terug

Concentreer u op uw zaken, wij zorgen voor uw uitstaande betalingen. Neem contact met ons op voor meer informatie.

Wacht geen moment langer, krijg uw geld terug

Concentreer u op uw zaken, wij zorgen voor uw uitstaande betalingen. Neem contact met ons op voor meer informatie.